Data

Date:
25-02-1993
Country:
Netherlands
Number:
1992/182
Court:
Arrondissementsrechtbank Arnhem
Parties:
Unknown

Keywords

APPLICATION OF CISG - RULES OF PRIVATE INTERNATIONAL LAW REFERRING TO LAW OF CONTRACTING STATE (ART. 1(1)(B) CISG)

SET-OFF - MATTER EXCLUDED FROM CISG (ART. 4 CISG) - DOMESTIC LAW APPLICABLE

INTEREST - RIGHT TO INTEREST (ART. 78 CISG)

Abstract

In 1990 an Italian company and a Dutch buyer concluded a contract for the distribution of clothes and related products manufactured by the former. In 1991 the Italian company delivered to the buyer clothes which remained unpaid. The seller commenced an action asking for payment of the price. The buyer requested set-off against the seller's claim alleging that the amounts stated in the bills were too high and the delivery had been incomplete and late.

The Court held that the contract was governed by CISG, as the Dutch private international law rules led to the application of the law of Italy, a contracting State (Art. 1(1)(b) CISG).

The Court further held that CISG gives no answer to the question whether the buyer has the right to set-off its claim for damages against the seller's claim. It therefore applied Italian law under which the set-off claim was denied.

The seller was entitled to payment of the purchase price plus interests under Art. 78 CISG.

Fulltext

[...]

In conventie.

[...]

9. Nu niet is gesteld of gebleken dat de partijen een rechtskeuze hebben gemaakt en de partijen zich ook overigens niet over het toepasselijke recht hebben uitgelaten, zal de Rb. ambtshalve onderzoeken door welk recht de door Santini aan haar vordering ten grondslag gelegde koopovereenkomsten - bij gebreke van een dergelijke rechtskeuze - worden beheerst.

10. Ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomsten (in 1991) was Nederland nog partij bij het op 1 juli 1964 te 's-Gravenhage gesloten Verdrag houdende een eenvormige wet inzake de internationale koop van roerende lichamelijke zaken [...]. Italië daarentegen was partij bij het Weense Verdrag inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken van 11 april 1980 (CISG). Dit brengt mede dat op grond van art. 1 lid I Eenvormige wet inzake de internationale koop van roerende lichamelijke zaken (LUVI) - jo. art. 100 CISG - deze wet niet direct op de onderhavige overeenkomst van toepassing is en dat de Rb. naar Nederlands internationaal privaatrecht moet onderzoeken welk recht van toepassing is.

11. Naar Nederlands internationaal privaatrecht wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land waarmee deze het nauwst is verbonden. Daar Santini als de partij die de kenmerkende prestatie (de levering van de verkochte zaken) moest verrichten in Italië haar (hoofd)bestuur heeft en er geen omstandigheden zijn gesteld of gebleken waaruit blijkt dat de overeenkomst nauwer is verbonden met een ander land, is de overeenkomst het nauwst verbonden met Italië en wordt deze derhalve beheerst door Italiaans recht.

12. Van het Italiaanse recht maakt (sedert 1988) het hiervóór genoemde Weense koopverdrag deel uit. Aangezien de overeenkomsten koop betreffende roerende zaken tussen partijen die in verschillende staaten zijn gevestigd betreft, is dit verdrag op grond van art. 1 lid 1 CISG van toepassing.

13. De juistheid van de door Santini aan Van den Heuvel gezonden facturen is niet betwist en staat daarmede vast. Ook de juistheid van de [...] facturen van Van den Heuvel is niet betwist en staat daarmede vast. De desbetreffende vorderingen van Santini en Van den Heuvel op elkaar kunnen met elkaar worden verrekend.

14. Van den Heuvel heeft voorts een beroep gedaan op verrekening met zijn [...] tegenvordering [...]. De vraag of Van den Heuvel hier een beroep op verrekening toekomt betreft een onderwerp dat niet door de CISG wordt geregeld en moet derhalve naar het commune Italiaanse recht worden beantwoord. Art. 1243 Codice Civile bepaalt dat verrekening tussen twee geldschulden slechts kan plaatsvinden, voor zover deze schulden opeisbaar zijn en ofwel vast staan ofwel door de rechter op een eenvoudige en snelle wijze vastgesteld kunnen worden. Aangezien deze betwiste tegenvordering - zoals hierna in reconventie zal blijken - niet op eenvoudige en snelle wijze kan worden vastgesteld en deze dus (nog) niet voor toewijzing vatbaar is, moet dit beroep op verrekening worden verworpen.

15. Het hiervoor overwogene brengt mede dat de vordering van Santini [...] toewijsbaar is [...].

16. Santini heeft voorts de wettelijk rente vanaf de dag van de dagvaarding gevorderd. Daar Van den Heuvel is tekortgeschoten in de betaling van de nog verschuldigde koopprijs, is hij de in art. 78 CISG bedoelde rente hierover verschuldigd. Ter hierna te noemen comparitie zullen de partijen zich mogen uitlaten over de hoogte van deze rente.

In reconventie.

17. Nu in conventie het beroep van Van den Heuvel op verrekening niet is gehonoreerd, is de voorwaarde waaronder de eis in reconventie is ingesteld vervuld en moet deze eis als ingesteld worden beschouwd.

18. In het midden latend of er sprake is van de in art. 6 aanhef en sub 3 EEX bedoelde verknochtheid van de eis in reconventie met die in conventie, overweegt de Rb. dat zij in elk geval op grond van art. 18 EEX bevoegd is om van de reconventionele vordering kennis te nemen, nu Santini - verschenen zijnde - niet de exceptie van onbevoegdheid van de Nederlandse rechter heeft opgeworpen.

19. De vordering van Van den Heuvel is gebaseerd op de [...] overeenkomst [...]. Naar Nederlands internationaal privaatrecht wordt deze overeenkomst - bij gebreke van een rechtskeuze - beheerst door het recht van het land waarmee deze het nauwst is verbonden. Daar Van den Heuvel als de partij die de kenmerkende prestatie (het kopen en verkopen van de kleding van Santini) moest verrichten in Nederland zijn gewone verblijfplaats heeft en er geen omstandigheden zijn gesteld of gebleken waaruit blijkt dat de overeenkomst nauwer is verbonden met een ander land, is de overeenkomst het nauwst verbonden met Nederland en wordt deze derhalve beheerst door Nederlands recht.

[...]

21. Voor zover Van den Heuvel zijn vordering heeft gebaseerd op wanprestatie van Santini m.b.t. de tussen de partijen gesloten koopovereenkomsten (Van den Heuvel is hierover niet duidelijk), moet de vordering - op grond van hetgeen in conventie onder 11 is overwogen - worden beoordeeld naar Italiaans recht (en daarmede de CISG).

22. De Rb. wenst nadere inlichtingen van de partijen te verkrijgen. Van den Heuvel zal de door hem gestelde wanprestatie van Santini nader moeten adstrueren.

[...]}}

Source

Source:
- Martijn Hesselink, Molengraaff Instituut Privaatrecht, Universiteit Utrecht, The Netherlands

Published in Dutch:
- Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 1993, nr.445}}