Data

Date:
05-05-1999
Country:
Belgium
Number:
A.R. 00985/99
Court:
Rechtbank van Koophandel, Hasselt
Parties:
Leithauser G.M.B.H. & CO v. Willem van Praet

Keywords

BUYER’S OBLIGATION TO PAY THE PRICE (ART. 53 CISG)

GRACE PERIOD IN FAVOR OF THE BUYER NOT TO GRANTED BY THE COURT (ART. 61 CISG) - SELLER FIXING ADDITIONAL TIME FOR PERFORMANCE BY BUYER (ART. 63 CISG)

Abstract

A Belgian buyer bought clothing from a German seller. The seller sued the buyer for payment of the price.

The Court found that CISG was applicable. I held that according to Arts. 61 and 63 CISG, it was not up to the Court to grant a period of grace to the buyer; such a right could only be excercised by the seller. The Court ordered the buyer to pay the price plus interest.

Fulltext

De rechtbank van koophandel te Hasselt, eerste kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken

in zake

A.R.00985/99

LEITHAUSER G.M.B.H. & CO, vennootschap naar Duits recht, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te D.-59065, Hamm, Heessener Strasse 22 28, ingeschreven in het H.R. Hamm (Duitsland) onder nummer 810; aanleggende partij, verschijnende door meester Poelmans loco meester J. Singelee, advocaat te 9000 Gent, Lange Violettestraat 293;

tegen

WILLEM VAN PRAET, hande1drijvende onder de benaming "GIN GINI", handelaar, ingeschreven in het H.R. Hasselt onder nummer 59.476, wonende te 3800 Sint-Truiden, Luikerstraat 39/002; verwerende partij, verschijnende in persoon;

volgt het vonnis.

Bij inleidend exploot van het ambt van gerechtsdeurwaarder P. Winkelmolen te Hasselt van 13 april 1999 liet aanleggende partij dagvaarding uitreiken aan verwerende partij in betaling van 428.574, fr., meer de conventionele verwijlsrente aan 9% per jaar op de hoofdsom van 389.613, fr. van 06/03/99 tot en met de gerechtelijke rente aan dezelfde conventionele rentevoet van 9 % per jaar vanaf datum van dagvaarding tot datum van betaling.
Ter zitting van 28 april 1999 is Mr. Poelmans verschenen loco Mr. Singelee voor aanleggende partij, verwerende partij verschijnt in persoon en stelt 50.000, fr. betaald te hebben op 22 april 1999. Hij vraagt te mogen betalen met 100.000,-fr. per maand; Mr. Poelmans heeft zich daartegen verzet.

IN FEITE

De eis heeft betrekking op de betaling van facturen voor de levering van kleding.
Verwerende partij betwist de afrekening niet. Zij stelt 50.000,-fr. betaald te hebben op 22 april '99. Zij vraagt te mogen betalen met afkortingen.

BEOORDELING

Verwerende partij heeft ten genoege van recht aangetoond 50.000, fr. betaald te hebben op 22/04/99 op de bankrekening van aanleggende partij bij Deutsche Bank te Brussel en dat haar rekening voor dat bedrag is gedebiteerd. Dit bedrag kan in mindering komen, en wordt eerst toegerekend op de intrest en dan op het schadebeding.
Op de verkopen in kwestie is het Weens Koopverdrag van toepassing. Dat voorziet in art. 61 /3 dat, indien de verkoper een recht uitoefent ter zake van een tekortkoming, de rechter geen uitstel kan verlenen. Ter zake kan alleen de verkoper uitstel verlenen (art. 63). Nu de verkoper dat niet wenst, dient verwerende partij ineens te betalen.
De voorschriften van art. 2-30 tot 37 van de wet van 15 juni 1935, op het gebruik van d talen in gerechtszaken, werden nageleefd.

OM DEZE REDENEN,
beslist de rechtbank, na beraadslaging, op tegenspraak:
Zij verklaart de eis toelaatbaar en grotendeels gegrond.
Zij veroordeelt verwerende partij te betalen aan aanleggende partij de som van 378.574,-fr., meer de conventionele verwijlsrente aan 9 % van 6 maart 1999 tot datum van dagvaarding op 354.828,-fr. en van dan of gerechtelijke intresten aan 9 % op 354.828,-fr. tot 23 april 1999, en aan de wettelijke intrestvoet op 38.961,-fr. eveneens tot 23 april 1999, meer gerechtelijke intresten aan 9 % op 354.828,-fr. en aan de wettelijke intrestvoet op 23.746,-fr. van 24 april 1999 tot datum van betaling.
Zij veroordeelt verwerende partij eveneens tot de kosten van het geding, vereffend voor aanleggende partij op 21.269,-fr. en niet vereffend voor verwerende partij bij gebrek aan omstandige opgave van staat aan de rechtbank, in deze kosten zijn niet begrepen deze van de uitgifte en eventueel de gedwongen uitvoering van het vonnis.
Zij verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, zonder borgtocht en niettegenstaande alle verhaal.
(…)}}

Source

Abstract:
- Courtesy of Dr. Caroline Cauffman, Institute for International Trade Law, University of Leuven

Original text in Dutch:

- Available at the Internet site of the University of Leuven, Institute for International Trade Law http://www.law.kuleuven.ac.be}}