Data

Date:
06-01-1997
Country:
Belgium
Number:
105
Court:
Rechtbank van Koophandel, Kortrijk
Parties:
Vano v. S.A. Manufactures de chaussures Jean Cabireau

Keywords

JURISDICTION - JURISDICTION FOR PLACE OF DELIVERY OF CONFORMING GOODS - CONTRACT INVOLVING CARRIAGE OF GOODS (ART. 31(A) CISG)

Abstract

A French shoe manufacturer sold shoes to a Belgian buyer. The buyer commenced an action alleging that the shoes were defective. The seller objected that the Belgian court had no jurisdiction.

The Court held that it had no jurisdiction to hear the claim. It applied Art. 5(1) of the EC Convention on Jurisdiction and the Enforcement of Judgements in Civil and Commercial Matters (Brussels, 1968) which states that a person domiciled in a contracting State may be sued in the Court for the place of performance of the obligation in question (in this case, delivery of conforming goods). When the contract of sale (as in the case at hand) involves carriage of the goods, the obligation to deliver consists in handing over the goods to the first carrier (Art. 31(a) CISG). Since the goods had to be delivered to a carrier in France, the place of performance of the obligation was France. The Court observed that the same result would be reached under Art. 31 even if the sale had not involved carriage of the goods since delivery would have to be made at the seller's place of business.

Fulltext

[...]

De rechtbank heeft de partijen gehoord in openbare zitting en heeft kennis genomen van de stukken en de besluiten.
Toepassing werd gemaakt van de art. 2, 37 en 41 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talee in gerechtssaken.

Met dagvaarding dd. 25 juli 1996 vordert de eiseres lastens de verweerster:
- de ontbinding van de koop-verkoopovereenkomsten m.b.t. de veiligheidsschoenen: Derby, Mirage, Galaxie, Challenger, Alaska, Olympic en Iceberg, daterend van de periode tussen december 1995 t.e.m.meart 1996 ;
- de veroordeling van de verweerster tot vergoeding van alle schede die de eiseres leed;
de veroordeling van de verweerster tot betaling van 750.000 fr. provisioneel;
- de aanstelling van een gerechtsdeskundige.
- de verwijzing van de verweerster in de kosten van het geding.

B e v o e g d h e i d

In limine litis werpt de verweerster de onbevoegdheid op van deze rechtbank en de Belgische rechtbanken in het algemeen.
In casu betreft het geschil een verkoop van schoenen door de verweerster aan de eiseres, waaromtrent de eiseres beweert dat er gebreken zijn.

A.
De plaats waar de verbintenis is uit,evoerd of moet worden uitgevoerd, in de zin van art. 5, sub 1, van het EEX-verdrag, wordt vastgesteld overeenkomstig het recht dat volgens de collisieregels van de aangezochte rechter de litigieuze verbintenis beheerst (H.v.J., 6 oktober 1976, B.R.H., 1977, 303).

Ingeval van betwisting inzake internationale koop van roerende lichamelijke goederen voor een Belgische rechtbank - zoals in casu - wordt de lex contractus vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het verdrag van De Haag van 15 juni 1955 (goedgekeurd bij wet van 21 september 1962, B.S., 29 september 1964 - G. Van Hecke en K. Lenaerts, Internationaal Privaatrecht (2 druk), A.P.R., nr. 12, biz. 332).

Dit verdrag geldt voor België zonder verdragswederkerigheid tegenover welk ander land dan ook (zie noot J. Erauw, Het labyrinth van de internationale koop-verkoop, R.W., 1982-83, 664 e.v., meer bepaald 666); het bevat inzake "internationale" koop-verkoop van roerende lichamelijke zaken nog steeds het Belgisch conflictenrecht (O.Van der Zee, Het nieuwe recht van de internationale koopverkoop, (1993), blz. 10, initio).

Volgens artikel 2 van het voormelde verdrag van Den Haag, wordt de koop "beheerst door de interne wet van het door de contracterende partijen aangewezen land".

Alhier dient vastgesteld te worden dat expliciet noch impliciet partijen enig recht als toopasselijk op de koop, hebben aangewezen.

Bij gebreke van dergelijk aangewezen recht bepaalt art. 3 van het voormelde verdrag, dat de koopovereenkomst wordt beheerst door de interne wet van het land, waar de verkoper zijn gewoon verblijf heeft op het ogenblik waarop hij het order ontvangt.

De verkoper is de verweerster, met zetel in Frankrijk.
Aldus is het Franse recht van toepassing.

B.
Waar het een "internationale" koop-verkoopovereenkomst betreft, waarop het Franse recht van toepassing is, is dit Verdrag van Wenen dd. 11 april 1980.

Het is in Frankrijk van toepassing vanaf 1 januari 1988 voor bovenvermelde soorten overeenkomsten (O. Van der Zee, a.w., blz. 81); zie art. 1 desbetreffende verdrag dat bepaalt dat het "van toepassing is op koopovereenkomsten betreffende roerende zaken tussen partijen die in verschillende Staten gevestigd zijn".

Tenonrechte verwees de eiseres dan ook aanvankelijk naar Franse wetgevin, die van toepassing is louter op "Frans-nationale" koop-verkoopovereenkomsten en niet op dergelijke overeenkomsten waarbij de partijen gevestigd zijn in verschillende Staten.

C.
De eiseres houdt voor dat er (verborgen) gebreken zijn aan de door de verweerster geleverde schoenen.
Om deze reden vordert zij de ontbinding van de overeenkomst.

D.
Toepassing Verdrag van Wenen.
De partijen hebben de toepassing van het Verdrag niet uitgesloten, noch geheel noch gedeeltelijk (cfr. art. 6).

a.
De plaats van de aflevering.
In casu was er vervoer voorzien door de partijen. Deze vervoerder blijkt niet een vervoerder te zijn in dienst van de verkoper.

Art. 31, a) bepaalt dat in dergelijk geval de aflevering geschiedt bij afgifte van de goederen aan de eerste vervoerder. In casu is dit ter zetel van de verweerster in Frankrijk.

De andere hypotheses van art. 31 van het Weense Koopverdrag leiden overigens ook tot de afleveringsplicht ter zetel van de verweerster in Frankrijk (zie ook O. Van der Zee, a.w., blz. 29).

b.
De afleveringsplicht bestaat in het leveren van zaken "waarvan de hoeveelheid, de kwaliteit en de omschrijving voldoen aan de in de overeenkomst gestelde eisen" (art. 35, 1. Weense Koopverdrag) - onderstreept door de rechtbank.

c.
De verplichting tot het leveren van goederen die "geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor zaken van dezelfde omschrijving gewoonlijk zouden worden gebruikt" (art.35, 2) b) en/ of "geschikt zijn voor een bijzonder doel dat uitdrukkelijk of stilzwijgend aan de verkoper ter kennis gebracht op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst (...)" (art. 35, 2) b) en/ of "de hoedanigheden bezitten van zaken die de verkoper als monster of model aan de koper heeft aangeboden" (art. 35, 2) c), kortom goederen zonder zichtbare en/ of verborgen gebreken, dient ter zetel van de verkoper te uitgevoerd te worden.

d.
Conclusie:

Waar
- de verbintenis tot het leveren van goederen zonder gebreken dient uitgevoerd te worden ter zetel van de verkoper, nl. bij de verweerster in Frankrijk, en
- de eiseres de verweerster verwijt gebrekkige goederen te hebben geleverd,
beschikt deze rechtbank niet over de rechtsmacht om te oordelen over de vordering tot ontbinding van de kwestieuze koop-verkoop - overeenkomst op grond van gebreken, zoals bij inleidende dagvaarding gevorderd.

O p d e z e G r o n d e n,
d e R e c h t b a n k, alle andere besluiten afwijzend als niet dienend,

Rechtsprekend op tegenspraak;

Verklaart de exceptie van territoriale onbevoegdheid ontvankelijk en gegrond;

Verklaart zich onbevoegd;

Veroordeelt de eiseres tot alle gerechtskosten, vastgesteld aan de zijde van de verweerster tot op heden op 12.000 fr. rechtsplegingsvergoeding;

Onverminderd de toepassing van art. 1024 Ger.W.;

[...]}}

Source

Source:
- Dr. Patrick Wautelet, Katholieke Universiteit, Leuven, Belgium

Original in Dutch:
- Unpublished}}