Data

Date:
15-06-1994
Country:
Netherlands
Number:
H 92.3572
Court:
Arrondissementsrechtbank Amsterdam
Parties:
V.o.f. Galerie Moderne v. J.M.M. Waal

Keywords

BUYER'S OBLIGATIONS - PAYMENT OF THE PRICE AND TAKING DELIVERY OF THE GOODS (ART. 53 CISG) - BUYER'S FAILURE TO COMPLY - SELLER'S RIGHT TO DAMAGES

INTEREST - INTEREST RATE (ART. 78 CISG) - MATTER GOVERNED BUT NOT EXPRESSLY SETTLED BY CISG (ART. 7(2) CISG) - DETERMINED BY DOMESTIC LAW OTHERWISE APPLICABLE TO THE CONTRACT

Abstract

In 1992 a Danish seller sold a number of lithographs to a Dutch buyer. The seller dispatched the goods to the Netherlands by train. The buyer refused to accept them and to pay the price, alleging that performance was late.

The Court held that the contract was governed by CISG according to Art. 1(1)(A) CISG.

The Court held that the buyer had breached its duty to take delivery (Art. 53 CISG) and was therefore bound to pay damages (Art. 74 CISG).

Furthermore the seller was entitled to interest since the buyer had failed to pay the price (Art. 78 CISG). As Art. 78 CISG does not determine the rate of interest the Court, on the basis of Art. 7(2) CISG, applied the Dutch private international law rules which led to the law of Denmark.

Fulltext

[...]

OVERWEGINGEN

5. De Rb. stelt voorop dat op de tussen partijen gesloten overeenkomst het Weens Koopverdrag van 11 april 1980 (hierna: het verdrag) van toepassing is. De in juni 1992 gesloten overeenkomst betreft immers koop van roerende zaken en is aangegaan tussen partijen die gevestigd zijn in verschillende staten, voor wie het verdrag met ingang van 1 maart 1990 (Denemarken) respecdevelijk 1 januari 1992 (Nederland) in werking is getreden. Gesteld noch gebleken is dat pardjen een rechtskeuze hebben gemaakt, die de toepassing van dit verdrag (op de voet van art. 6) uitsluiten.

De vordering zal dus worden beoordeeld aan de hand van het verdrag. [...]

10.1. M.b.t. de gevorderde schade op grond van de weigering van gedaagde de litho's af te nemen alsook de op de voet van de Deense wet gevorderde rente geldt het volgende.

10.2. Gedaagde heeft ten onrechte de litho's niet afgenomen. Zij is dus tekortgeschoten in haar in art. 53 van het verdrag neergelegde verplichting de zaken in ontvangst te nemen en zij dient op basis van art. 74 van het verdrag de tengevolge van die tekortkoming geleden schade te vergoeden. Gedaagde heeft niet betwist dat eiseres een bedrag van f 1.620,- aan extra kosten heeft moeten maken, zodat dit bedrag toewijsbaar is.

10.3. Gedaagde heeft de overeengekomen prijs niet betaald. Volgens art. 78 van het verdrag is zij over die prijs rente verschuldigd. Genoemd artikel regelt echter niet uitdrukkelijk welk rentepercentage verschuldigd is, zodat dit punt (op de voet van art. 7 lid 2 van het verdrag) beslist dient te worden volgens het krachtens de regels van internationaal privaatrecht daarop toepasselijke recht.

10.4. In deze is het EEG-Verbintenissenverdrag (Verdrag van Rome van 19 juni 1980), welk verdrag voor Nederland op 1 september 1991 in werking is getreden, van toepassing. Overeenkomstig de grondregel van dat verdrag is het recht van het land waarmee de overeenkomst het nauwst is verbonden van toepassing. In dit geval is dat, nu de verkoper in Denemarken is gevestigd en de levering ook vanuit Denemarken heeft plaatsgevonden, dus het Deense recht.

10.5. Terecht heeft gedaagde aangevoerd, dat uit het door eiseres overgelegde, nietverlaalde Deense stuk, niet valt te lezen dat het Deense wettelijke rentepercentage 14,5% is. Eiseres zal derhalve in de gelegenheid worden gesteld bij akte een vertaling van het Deense stuk over te leggen.}}

Source

Published in Dutch:
- Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 1995, nr. 230

Source:
- Martijn Hesselink, Molengraaff Institute for Private Law, University of Utrecht, The Netherlands}}